Wijziging Wet flexibel werken
In het vierde en laatste deel in de serie nieuwsberichten wat betreft het wetsvoorstel ter zake de implementatie van nieuwe Europese regelgeving wordt ingezoomd op de wijziging in de Wet flexibel werken.
Verzoek werknemer om vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden
Op grond van het wetsvoorstel kan de werknemer de werkgever verzoeken om een vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden, indien de werknemer ten minste 26 weken voorafgaand aan het beoogde tijdstip van ingang van die aanpassing in dienst is bij die werkgever.
Dergelijke arbeid moet wel beschikbaar zijn om een verzoek in dit kader te kunnen honoreren.
De beantwoording van het verzoek moet schriftelijk en gemotiveerd plaatsvinden binnen een maand na het verzoek. Er gelden geen criteria waaraan een verzoek moet voldoen en wanneer een werkgever een verzoek moet inwilligen of kan afwijzen.
Voor kleine werkgevers (werkgevers met minder dan 10 werknemers) kan het moeilijker zijn om hun organisatie aan te passen aan de verzoeken van de werknemer. Daarnaast is het voor kleine werkgevers mogelijk wenselijk om extern advies in te winnen voordat op het verzoek van de werknemer kan worden gereageerd. Ook kunnen de gevolgen voor kleine werkgevers groot zijn indien niet tijdig op het verzoek van de werknemer wordt gereageerd. Het wordt daarom gerechtvaardigd dat voor deze groep werkgevers een langere reactietermijn geldt, namelijk een termijn van drie maanden. Dit is een maximum termijn, de werkgever kan de werknemer ook sneller van een reactie voorzien.
Let op:
Als niet tijdig wordt gereageerd door de werkgever, heeft te gelden dat de arbeid van de werknemer overeenkomstig zijn verzoek dient te worden aangepast. Gevolg hiervan kan zijn dat de arbeidsovereenkomst van de werknemer moet worden aangevuld of aangepast. Niet (tijdig) reageren kan dus grote gevolgen hebben voor werkgevers. Wees dus alert!
Ter voorkoming dat een werkgever steeds opnieuw eenzelfde verzoek doet, is in het wetsvoorstel opgenomen dat een werknemer pas een jaar nadat een eerder verzoek is ingewilligd of afgewezen, een nieuw verzoek bij de werkgever kan indienen. Het voorgaande met uitzondering van onvoorziene omstandigheden. Voor kleine werkgevers geldt nog dat de beslissing op een soortgelijk verzoek (waar eerder schriftelijk op is gereageerd) mondeling kan worden afgedaan als de motivering voor het antwoord van de werkgever met betrekking tot de werknemer ongewijzigd is gebleven.
Uitgezonderd van deze regelgeving in het wetsvoorstel zijn werknemers die doorgaans op minder dan vier dagen per week uitsluitend of nagenoeg uitsluitend diensten verrichten ten behoeve van huishoudens van natuurlijke personen. Deze uitzondering is opgenomen omdat de gevolgen voor particuliere werkgevers groot kunnen zijn.
Wilt u hierover meer weten? Neem gerust contact met ons op via 040 – 400 28 28