Wijziging concurrentiebeding
Momenteel wordt er een wetsvoorstel voorbereid om het concurrentiebeding te moderniseren. Waar het volgens de minister om gaat is dat een concurrentiebeding alleen ter werkelijke bescherming van een noodzakelijk bedrijfsbelang, zoals bijvoorbeeld bedrijfsgeheimen, zou moeten worden ingezet en niet als standaardclausule moeten worden opgenomen in arbeidsovereenkomsten. Daarnaast is het van belang dat op voorhand helderder en duidelijker is voor partijen wanneer een concurrentiebeding kan worden opgenomen, en wanneer het kan worden ingeroepen door een werkgever. Dit vergroot de rechtszekerheid. De gang naar de rechter zal dan niet nodig zijn, omdat partijen weten waar ze aan toe zijn.
In overleg met sociale partners en het (academische) veld zijn diverse beleidsopties uitgewerkt. De minister is voornemens de volgende wijzigingen uit te werken in het wetsvoorstel:
- het concurrentiebeding wettelijk begrenzen in duur;
- bij het opnemen van een concurrentiebeding moet het geografische bereik worden opgenomen, gespecificeerd en gemotiveerd;
- bij het opnemen van het concurrentiebeding zullen werkgevers ook bij arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd ‘het zwaarwichtig bedrijfsbelang’ van het opnemen van een concurrentiebeding moeten motiveren. Dit is thans al het geval voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd;
- bij het inroepen van het beding zal een werkgever in beginsel een vergoeding moeten betalen, vastgesteld op een bij wettelijk voorschrift bepaald percentage van het laatste verdiende salaris van de werknemer.
Wordt vervolgd.
Voor de Kamerbrief: https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid/documenten/kamerstukken/2023/06/02/kamerbrief-hervorming-van-het-concurrentiebeding