In een recente uitspraak (12-01-2022) is door de rechter geoordeeld dat een werkneemster haar geheimhoudingsbeding geschonden heeft door een ongebruikelijk grote hoeveelheid bestanden te downloaden naar haar privécomputer en documenten naar haar privé e-mailadres te sturen. Het feit dat de bestanden niet zijn gedeeld met derden en ook inmiddels niet meer in haar bezit zijn, doet er naar het oordeel van de rechter niet toe. Deze actie komt de betreffende werkneemster duur te staan. Aan haar is namelijk een boete van € 10.000,– opgelegd.
Feiten
In het kort was de situatie als volgt. Werkneemster in kwestie was sinds 1 februari 2020 in dienst van werkgever als operationeel manager. In haar arbeidsovereenkomst was onder meer een geheimhoudings- en boetebeding opgenomen. Half oktober 2020 hebben werkgever en werknemer een beëindigingsovereenkomst gesloten op grond waarvan werkneemster per 1 januari 2021 met wederzijds goedvinden uit dienst zou treden. Onderdeel van de beëindigingsovereenkomst was dat zowel het geheimhoudings- als het boetebeding onverminderd van kracht bleef. Op 27 november 2020 had werkneemster haar werklaptop en -telefoon ingeleverd bij de ICT-dienstverlener van werkgever. Uit onderzoek van logbestanden van de server is gebleken dat werkneemster in ieder geval op 27 november 2020 talloze bedrijfsbestanden van de server had verwijderd, zonder medeweten en zonder instemming van werkgever. Werkgever stelt dat door werkneemster in strijd is gehandeld met het geheimhoudingsbeding en vordert € 70.000,– aan boetes.
Oordeel rechter
Het verwijderen van de bedrijfsbestanden levert geen schending van het geheimhoudingsbeding op. Dit is anders voor het downloaden van de ongebruikelijk grote hoeveelheid bestanden naar de privécomputer van werkneemster op 13 oktober (1.403 bestanden) en 16 oktober 2020 (1.723 bestanden). Werkneemster erkent de downloads. Ze stelt dat ze op dat moment in onderhandeling was met werkgever over de beëindigingsovereenkomst, wist dat ze op zoek moest gaan naar ander werk, en dacht dat de bestanden misschien nog wel eens van pas zouden kunnen komen in een toekomstige functie.
De rechter oordeelt dat deze handelwijze in strijd is met het geheimhoudingsbeding in de arbeidsovereenkomst van werkneemster, waarin het haar verboden was om zonder toestemming van werkgever bescheiden in haar bezit te houden. Daarvoor is niet vereist dat de bescheiden gedeeld worden met derden.
Werkgever verwijt werkneemster ook dat zij een opleidingsovereenkomst, POP-formulier, Beleid scholing en Begroting opleidingsplan vanaf haar zakelijke e-mailadres (van werkgever) naar haar privé e-mailadres heeft verzonden. Werkneemster betwist niet dat zij dit gedaan heeft, maar stelt dat zij daarmee het geheimhoudingsbeding niet heeft overtreden, omdat zij de documenten niet met derden heeft gedeeld. Hier geldt hetzelfde verhaal als hiervoor. Ook dit levert een schending van het geheimhoudingsbeding op omdat het werkneemster verboden is om zonder toestemming van de werkgever bescheiden in haar bezit te houden. Niet is vereist dat de bescheiden gedeeld worden met derden.
De rechter oordeelt dat werkneemster het geheimhoudingsbeding drie keer geschonden heeft, waarbij de twee schendingen met betrekking tot het downloaden van bestanden op 13 en 16 oktober 2020 als één schending worden gezien. Op grond van het boetebeding verbeurt werkneemster voor iedere overtreding een boete van € 5.000,–. De rechter legt werkneemster daarom een boete op van in totaal € 10.000,–.
Heeft u een vraag over een geheimhoudingsbeding of heeft u een andere vraag? Neem gerust contact met ons op! U kunt onze advocaat arbeidsrecht bereiken op 040 – 400 28 28 / 06 – 46 00 89 98 of per e-mail: kim@trustadvocaten.nl